De wieler- en schaatsploeg van Jumbo-Visma slaan vanaf 1 januari 2024 hun eigen weg in. De scheiding is ingegeven door het afhaken van hoofdsponsor Jumbo, dat de komende drie jaar als 'founding partner' wel bij beide teams betrokken blijft.
De samenwerking tussen de wieler- en schaatsploeg werd in oktober 2014 gelanceerd. Beide behoren tot de top in hun tak van sport.
"De wielerploeg heeft inmiddels een veel internationalere focus en aantrekkingskracht gekregen nu we tot de beste wielerploegen ter wereld behoren", vertelt teambaas Richard Plugge van de wielertak van Jumbo-Visma. "Dat maakt dat de zoektocht naar de invulling van het hoofdsponsorschap voor beide partijen verschillend is."
De wielrenners van Jumbo-Visma domineren momenteel de Ronde van Spanje, waar Sepp Kuss, Jonas Vingegaard en Primoz Roglic de topdrie van het algemeen klassement vormen. Eerder won Vingegaard al de Tour de France en Roglic de Giro d'Italia.
"365 dagen per jaar oer-Hollandse sporten, vind ik een geweldig concept", vertelt Jac Orie, de coach van de schaatsploeg. Maar net als wielerbaas Plugge vindt hij dat de sporten te ver uit elkaar zijn gegroeid. "Uiteindelijk kom je tot de conclusie dat uit elkaar gaan waarschijnlijk efficiënter is. De wielerploeg wordt steeds internationaler, terwijl de schaatsploeg oer-Hollands is."
Orie is blij dat Jumbo-Visma niet meteen helemaal verdwijnt als geldschieter. "Ik waardeer het zeer dat ze ons met de schaatsploeg de komende jaren een vliegende herstart geven dankzij hun commitment als founding partner. Daarmee ziet onze toekomst er positief uit."
Orie houdt bij de schaatsploeg de leiding over de sporttechnische kant, Sven Kramer gaat de zakelijke kant doen. Dat doet de voormalig topschaatser nu voor zowel de schaats- als de wielertak, volgend jaar beperkt hij zich tot de schaatsploeg.
De gesprekken over de scheiding waren niet makkelijk, vertelt Kramer. "Dit proces heeft best wat voeten in de aarde gehad en is niet altijd even leuk geweest, zo eerlijk moet je zijn."
"Iedereen knokt voor zichzelf en dat is helemaal niet erg. Maar ik denk dat iedereen heel erg happy met de uitkomst is en dat we hier allemaal mee vooruit kunnen."
Wie Yara van Kerkhof in haar witte jas door de lange gangen van het Sophia Kinderziekenhuis ziet lopen, zal niet direct een olympisch shorttrackkampioene in haar ontwaren.
De wereld van snijvaste schaatspakken, blokjes op het ijs, penalty's en podia lijkt ver weg. Van Kerkhof brengt tijdens de zomermaanden namelijk veel tijd door in het Rotterdamse ziekenhuis, waar zij als student bewegingswetenschap onderzoek doet naar methodes om de hartslag van jonge patiënten te monitoren.
'Het Sophia' is bekend terrein voor Van Kerkhof (33), die er als kind een openhartoperatie moest ondergaan. Het was haar ouders opgevallen dat de kleine Yara vaak moe en ziek was en niet goed groeide. De oorzaak van de kwalen viel te herleiden naar het hart.
"Ik had een gaatje tussen de boezems van mijn hart, waardoor het bloed niet liep zoals het moest." Inmiddels heeft de wetenschap zich doorontwikkeld en kan een dergelijk euvel in veel gevallen verholpen worden via de lies. Maar de 7-jarige Yara wachtte destijds een zware ingreep.
Als de volwassen Van Kerkhof foto's bekijkt van haar kleinere ik in het ziekenhuis, komen ook de herinneringen weer boven. Zo wijst ze op een afbeelding, waar ze - gekoppeld aan slangetjes en apparatuur - in een bed op de intensive care ligt, na de operatie.
"Ik had nog een buisje in mijn keel voor de beademing, waardoor ik niet kon praten. Toen ik wakker werd, wilde ik zeggen dat ik moest plassen. Maar dat kon ik niet, dat was best wel eng."
Op een andere foto toont de kleine Yara het litteken op haar borst aan haar vader en zus. "Je kunt wel een beetje aan mij zien dat ik het eng vond. Ik heb dat litteken sowieso lange tijd vervelend gevonden. Maar na verloop van tijd hoort het gewoon bij je en was het niet meer erg."
Elf dagen verbleef Van Kerkhof destijds in het ziekenhuis, waar ze al snel op een kinderfietsje door de gangen racete en haar huiswerk maakte. "Als kind herstel je supersnel", weet ze nu.
De medische voorgeschiedenis was voor Van Kerkhof geen beletsel om uit te groeien tot een shorttrackster met een goedgevulde prijzenkast. "Het heeft mij ook veel geleerd, als kind. De operatie was naar en pijnlijk, maar ik had het nodig om beter te worden. Je leert om door te zetten. Misschien heeft het mij juist geholpen."
Van Kerkhof vindt het bijzonder om als dertiger terug te keren in het ziekenhuis. Niet meer als patiënt, maar als onderzoeker. "Ik ben heel erg dankbaar dat voor mij één operatie genoeg was, dat ik mijn dromen kon volgen en zelfs naar de Olympische Spelen ben geweest en daar medailles heb gewonnen."
"Ik gun het ieder kind zijn dromen te volgen. Maar dat is nog lang niet zover. Er zijn nog genoeg kindjes die wel moeite hebben. Ik vind het heel mooi om iets terug te kunnen geven."
En dus ontvangt ze in haar spreekkamer op de afdeling kindercardiologie jonge hartpatiënten en hun ouders en probeert ze hen te betrekken bij het onderzoek dat zij verricht. Dat onderzoek is gericht op de manieren waarop de hartslag kan worden geregistreerd. De standaardmethode, waarbij plakkers met elektroden op het lichaam van de patiënt worden aangebracht, ervaren veel kinderen als onprettig.
"Ze moeten die plakkers 24 uur dragen, soms zelfs 48 uur. Dat gaat irriteren, al de draadjes die bungelen. Veel kinderen hebben ook een litteken, waar de plakker dan op moet. Voor veel kindjes is het niet zo'n heel fijn onderzoek."
Er wordt getest met alternatieve meetmethodes: een shirt waarin de elektroden zijn verwerkt en een polsbandje. Voor haar onderzoek rust Van Kerkhof de patiënten gelijktijdig uit met de plakkers, het shirt én het polsbandje. Op die manier kan zij verifiëren of de drie methodes tot eenzelfde registratie komen.
Een comfortabeler manier van registreren maakt het de jonge patiënten ook gemakkelijker om te sporten. En daaraan is Van Kerkhof veel gelegen. "Heel veel kindjes met een aangeboren hartafwijking of een hartritmestoornis moeten toch wel oppassen als ze sporten of spelen. Dus het is heel erg belangrijk dat we ze kunnen monitoren op een fijne en veilige manier, waardoor iedereen er gerust op is als die kinderen gaan sporten. Want sporten is voor iedereen gezond en leuk."
De zomerperiode, waarin het wedstrijdseizoen van de shorttrackers stilligt, maakt het Van Kerkhof mogelijk om intensief betrokken te zijn bij het onderzoek in het kinderziekenhuis. Delen van de week verblijft ze daarvoor in Rotterdam, terwijl ze op andere dagen haar trainingen in Heerenveen afwerkt. Als de competities in het najaar weer beginnen, legt ze de focus weer vooral op de sport.
Maar Van Kerkhof sluit niet uit dat de stage in het ziekenhuis na haar actieve sportcarrière een vervolg krijgt. "De shorttrackwereld ken ik heel goed. Maar ik wilde heel graag ervaren hoe het hier was om te kijken of het iets is waar mijn toekomst kan liggen. En ik heb het heel erg naar mijn zin, dus wie weet."
Schaatser Patrick Roest heeft besloten om voorlopig geen deel uit te maken van de Nederlandse achtervolgingsploeg. Bondscoach Rintje Ritsma bevestigt een bericht van De Telegraaf hierover.
De kopman van Team Reggeborgh heeft aangegeven richting de Olympische Spelen wel weer betrokken te willen worden.
"Hij wil het liefst werken met een klein team, een WK-team", verklaart Ritsma aan het ANP. "Nu moet hij in zijn ogen ook meedoen aan trainingen die minder efficiënt zijn. Dat kost hem te veel energie."
Juriën van Duuren, de manager van Roest, zei tegenover De Telegraaf: "Het enige dat Patrick erover kwijt wil, is dat hij zich niet kan vinden in de voorbereiding van Rintje op het aanstaande schaatsseizoen. En dat bedoelt hij in de breedste zin van het woord."
Ritsma werd in oktober vorig jaar aangesteld als nieuwe bondscoach. Bij de vorige Winterspelen, in 2022 in China, stelden de Nederlandse achtervolgingsploegen teleur. De mannen belandden naast het podium en de vrouwen pakten brons.
Tijdens de afgelopen WK afstanden pakten de mannen wel een gouden medaille. Patrick Roest, Beau Snellink en Marcel Bosker waren in Thialf nipt sneller dan Canada.
Het nieuwe schaatsseizoen begint op 27 oktober in Heerenveen met kwalificatiewedstrijden voor de wereldbeker.
Een tiener uit Wisconsin houdt op het middenterrein van Thialf een knalgele Noord-Hollandse kaas boven zijn hoofd. Het is voor het grote Amerikaanse sprinttalent Jordan Stolz nog even wennen in dat nieuwe schaatspak vol Nederlandse sponsoren. En die hoofdband helemaal.
"Hoe moet zijn haar?", vraagt ploeggenoot Irene Schouten zich bij de ploegpresentatie lachend af terwijl de meervoudig olympisch kampioene als een grote zus de hoofdband rechttrekt bij het nieuwe kleine broertje in het team.
Stolz verbaasde in maart van dit jaar in Thialf de schaatswereld door drie wereldtitels te pakken bij de WK afstanden: goud op de 500, 1.000 en 1.500 meter.
Bij het groene schaatspak van de 19-jarige Stolz, met logo's van een kaasmerk, een supermarktketen en een winkel vol huishoudelijke producten, hoort ook een voor Nederlandse schaatsers bekende haarband.
"Nee, ik heb er nooit een gedragen", grinnikt Stolz. "Het voelde goed, wel een beetje lastig." Voor de kersverse aanwinst is het een van de vele nieuwigheden als lid van de ploeg van Anema. "De media en de fotoshoots, het hoort erbij, zeker omdat het hier een grote sport is", vertelt Stolz. "Thuis ging ik gewoon naar de baan en deed ik mijn eigen ding."
In mei van dit jaar tekende Stolz een contract tot aan de Olympische Winterspelen van 2026 bij het Nederlandse Team Albert Heijn Zaanlander. Opvallend, want schaatsbond KNSB had eerder die maand bepaald dat er na komend seizoen geen buitenlandse rijders meer zijn toegestaan in Nederlandse ploegen en op topsporturen in Thialf.
Die beslissing schortte de KNSB een maand later overigens alweer op tot na de Spelen van Milaan. Daarna komt het onderwerp terug op de agenda.
De ploeg van Anema liet in mei weten dat Stolz voorlopig niet naar Nederland verhuist, maar met zijn eigen coach Bob Corby blijft trainen in Milwaukee: "Anema en zijn team geven op afstand advies. Meerdere keren per jaar zal Stolz samen met zijn teamgenoten optrekken tijdens bijvoorbeeld trainingskampen."
Voor de ploegpresentatie was Stolz even terug in Heerenveen, in Thialf, op het ijs waar hij in maart van dit jaar drie wereldtitels pakte. "Het voelt anders dan de laatste keer dat ik hier was, maar ik ben blij dat ik terug ben."
Ten tijde van die glorieuze triomftocht wist Stolz nog niet dat hij komende jaren onder de warme vleugels van Anema zou schaatsen. "Jillert benaderde mij, deed een voorstel en ik dacht dat het goed was", legt de jongeling uit. Anema bekommerde zich over het voortbestaan van het Amerikaanse talent.
"Hij zit nog in de groei, is heel jong en je loopt het risico dat er iets wegraakt", legt Anema uit. "We hebben dat vaker gezien: jongens die in de juniorentijd heel hard rijden en dat ze het dan ineens niet meer voor elkaar krijgen."
Anema vertelde Stolz wat hij van plan was. "Dat interesseerde hem, zijn antwoorden interesseerden mij en een week later waren we het al eens." Stolz: "Ik denk dat het goed is voor mijn training. Jillert is een slimme vent. Ik denk dat het voor mijn potentieel nuttig is om met zijn team te trainen."
Trainen op wat precies? Want zo slecht ging het toch niet met de schaatser die afgelopen seizoen niet bij te houden was op de kortste afstanden? "Alles wat erin zit. Of het nou lange afstanden zijn of de sprint. Die wil ik combineren, als het kan. Dat gaan we uitzoeken. Ik denk dat Jillert daarvoor de man is."
In het Noorse Hamar is de beroemde ijsbaan Vikingskipet gesloten vanwege de hevige regenval die het land al dagen teistert. Door het vele extra water stijgt het Mjøsa-meer, waar Hamar aan ligt, en dreigen overstromingen.
Om die reden hebben de lokale autoriteiten de ijsbaan, die werd gebouwd voor de Olympische Spelen in 1994, vol laten lopen met water om zo de rest van de stad te ontlasten. De baan ligt aan het meer.
"Het water in het meer is de afgelopen dagen enorm gestegen", vertelt oud-schaatser Wouter Olde Heuvel vanuit Hamar. Tegenwoordig woont hij in Noorwegen en werkt hij met de Noorse schaatsploeg.
"Al het water in de omgeving komt in Hamar terecht en het meer dreigt nu echt te overstromen."
De 36-jarige Olde Heuvel, onder meer tweevoudig wereldkampioen achtervolging, laat weten dat de situatie verder in de stad rustig is. "Elk tunneltje is wel ondergelopen. Verder zijn er een aantal wegen dicht en rijden er geen treinen. Verderop in de omgeving hebben ze wel echt last van aardverschuivingen."
Hamar ligt zo'n vijftig kilometer van de stuwdam die woensdag doorbrak. Vooralsnog leidde dat niet tot grote problemen verderop in de rivier. Wel werden alle omwonenden geëvacueerd.
Olde Heuvel zegt zelf niet bang te zijn, maar wel graag naar huis te willen. "Ik woon in de buurt van Stavanger. Daar hebben ze niet zo'n last van het noodweer."
Alhoewel de extreme regenval van storm Hans op de meeste plekken voorbij is, blijft het rivierwater op nog meer plekken in het land stijgen en treden rivieren buiten hun oevers.
In Hønefoss stroomt het water hard door de stad en klotst het tegen gebouwen aan. De afgelopen dag werden ruim 1700 mensen in de stad en omgeving geëvacueerd. De verwachting is dat het water van die rivier met nog een meter kan stijgen.
Op beelden is te zien hoe hard het water stroomt bij een waterval in Hønefoss, die normaal gesproken een toeristische trekpleister is:
De komende dagen worden meer overstromingen verwacht in het land.
Ook in het midden van Zweden wordt gewaarschuwd voor de gevolgen van de hevige regenval.